Scooter haalt Fozzie over om “het telefoonpaaltje” te doen en Fozzie oefent plichtsgetrouw totdat hij erachter komt wat het stukje is: Fozzie verkleedt zich als een openbare telefoon en Scooter vraagt hoe hij heet. “Mike Oznowiczki,” zegt Fozzie, en Scooter roept uit, ‘Oh, dus jij bent de telefoonpaal!’.